Het was druk in de trein. Vlak voor station Den Haag riep de conducteur om: “Dames en heren, wij naderen station Den Haag Hollands Spoor. Na dit station gaat deze trein verder als intercity naar Amsterdam Centraal.”
Er werd gegniffeld in de coupé. Er werden grapjes gemaakt. Er werd zelfs nageaapt wat er omgeroepen werd. Ik had het natuurlijk ook gehoord. Eigenlijk klonk door de luidspreker: “Dames en ‘erèn, we naderèn station Den ‘Aag ‘Ollanspór. Deze trein gaat verder als intercitý in de rechting Amsterdam Santrál” Deze conducteur was van origine Franstalig en dat kon je nog steeds goed horen.
Maar was dat nou zo erg? Het bericht was goed te verstaan en hij deed duidelijk zijn best om rustig te spreken. We kwamen niet in gevaar en niemand miste zijn aansluiting. Waarom dan die lacherige reactie van vrijwel alle reizigers? Het was vooral het verrassingseffect. De conducteur was een paar keer langs gelopen, maar niemand had hem horen spreken. Tót het omroepbericht, dus het accent kwam onverwacht.
Ik las laatst op internet dat men heeft aangetoond dat mensen met een buitenlands accent minder betrouwbaar worden gevonden. Op dat moment in de trein kreeg het gevoel dat dat wel klopt. De reactie klonk een beetje alsof de reizigers de conducteur door zijn accent niet meer serieus namen. Dat zal niet de bedoeling zijn van de NS, gezien de strijd tegen agressie in de trein.
Hopelijk heeft de conducteur de grapjes niet gehoord. Maar het zou beter zijn om te zorgen dat er niets meer te lachen valt. Zowel de ‘h’ als de klemtoon zijn namelijk prima te leren. Zeker als het om zulke specifieke uitingen gaat: “Dames en heren, wij naderen [plaatsnaam], u kunt hier overstappen voor de richting [plaatsnaam].”
En dan als oefening de hele week van Den Haag naar Den Helder.