Wat leuk, al die belangstelling voor de Kennistest over de Uitspraak van het Nederlands!
Eerlijk gezegd natuurlijk vooral bedoeld als interessante trekpleister op mijn site. Maar omdat mijn volgers leergierig zijn en een mens het meeste leert van directe feedback…
De antwoorden!
1. c – de woorden zijn in stuk-jes te verdelen, dit noemen we lettergrepen.
2 b – de klemtoon ligt in het Nederlands helaas niet altijd op dezelfde lettergreep
3 c – er zit een stomme e in alle woorden: A. geven B. de C. teveel D. aardig
4 b – de lange aa kan geschreven worden als aa in gedaan of als a in maken
5 b – de accenten in de belangrijkste woorden worden wat langer uitgesproken, de andere lettergrepen kort
6 c – nog een voorbeeld van de inconsequente klemtoon: A. Dracula B. Maxima C. Chocola D. Halsema
7 c – het zinsaccent ligt op het woord waarmee je contrast wilt aangeven
8 d – zoals ik het zou zeggen: A. Kun je me helpen? B. Zeg maar wat ik moet doen. C. Je moet dit even vasthouden… en dan sla ik de spijker erin. D. Kijk je uit?
9 c – de d aan het eind van een woord wordt uitgesproken als een t en dus rijmt kort op bord en hand op kant.
10 a – er zijn in het Nederlands veel varianten van de r. Alles dat rolt, brouwt of schraapt wordt min of meer geaccepteerd, mits het niet teveel lijkt op de l, de w of de g.
De moraal van dit verhaal: voor moedertaalsprekers van het Nederlands is bovenstaande vaak voor de hand liggend. Maar als het Nederlands niet je moedertaal is, is de uitspraak van het Nederlands helemaal niet zo logisch, laat staan gemakkelijk!
Hopelijk geeft dit wat opheldering. Ik correspondeer overigens graag over de uitslag 😉