De ‘a’ van man en de ‘aa’ van maan zijn in het Nederlands twee verschillende klanken, die met dezelfde letter worden geschreven. De meeste talen kennen maar één van de twee klanken, of spreken de letter ‘a’ anders uit. Daardoor ontstaan er soms misverstanden. Een paar voorbeelden uit de praktijk:
‘Ik bewaar dat hout voor mijn zus, zij heeft een open hart.’ (open haard)
‘Moeten wij die oefening nou in twee talen doen?!’ (tweetallen)
‘Wat doet dat ‘schaap’ eigenlijk in ‘Het Hoogheemraadschap’?’
‘Zijn handjes zijn zo vies, ik kan ze beter afhaken.’ (afhakken)
‘Ik heb het zo druk, ik krijg steeds nieuwe takken van mijn baas.’ (taken)
Wil je weten hoe je zulke misverstanden kunt voorkomen?
Hier zijn twee dingen die je moet weten over de ‘a’ en ‘aa’ in het Nederlands.
‘Ik bewaar dat hout voor mijn zus, zij heeft een open hart.’ (open haard)
‘Moeten wij die oefening nou in twee talen doen?!’ (tweetallen)
‘Wat doet dat ‘schaap’ eigenlijk in ‘Het Hoogheemraadschap’?’
‘Zijn handjes zijn zo vies, ik kan ze beter afhaken.’ (afhakken)
‘Ik heb het zo druk, ik krijg steeds nieuwe takken van mijn baas.’ (taken)
Wil je weten hoe je zulke misverstanden kunt voorkomen?
Hier zijn twee dingen die je moet weten over de ‘a’ en ‘aa’ in het Nederlands.
1. Lang of kort?
De meeste Nederlanders praten over de ‘lange’ en ‘korte’ ‘aa’. Dat klopt niet. Zeg maar eens heel lang ‘Aa!’, alsof de dokter in je mond wil kijken. En daarna ‘Ah!’, alsof je iets ziet dat je schattig vindt. Die ‘Ah’ kun je net zo lang maken als de ‘Aa’.
Het echte verschil tussen de ‘a’ en de ‘aa’ is de beweging van je mond: actief of slap. Bij de ‘aa’ doe je je mond wijd open, bij de ‘a’ houd je je mond slap.
En er is nog iets heel belangrijks wat je moet weten: de relatie tussen de spelling en de uitspraak. Want waarom klinkt de ‘a’ in dag anders dan de ‘a’ in avond?
Het echte verschil tussen de ‘a’ en de ‘aa’ is de beweging van je mond: actief of slap. Bij de ‘aa’ doe je je mond wijd open, bij de ‘a’ houd je je mond slap.
En er is nog iets heel belangrijks wat je moet weten: de relatie tussen de spelling en de uitspraak. Want waarom klinkt de ‘a’ in dag anders dan de ‘a’ in avond?
2. Zeggen wat je leest
De ‘a’ in dag klinkt als de ‘a’ van jas, en de ‘a’ van avond als de ‘aa’ van naam. Voor een Nederlander is dit super logisch. Maar voor een anderstalige ziet de ‘a’ van dag er precies hetzelfde uit als de ‘a’ van avond. En als je de klanken in je eigen taal niet kent is het lastig om te horen welke ‘a’ wordt gebruikt.
Gelukkig kun je ook zien hoe een ‘a’ moet worden uitgesproken:
Gelukkig kun je ook zien hoe een ‘a’ moet worden uitgesproken:
– De ‘a’ is een klinker. Als je een woord in stuk-jes ver-deelt, staat in elk stuk-je een klin-ker.
– Zie je twee a’s, zoals in baas of gedaan? Die klinken altijd als de ‘aa’ van naam.
– Eindigt een stuk-je op één ‘a’, zoals in sa-men of ja? Die ‘a’ klinkt ook als de ‘aa’ van naam.
– Staat er een andere letter achter de ‘a’, zoals in tas en man-nen? Dan klinkt de ‘a’ als de ‘a’ van jas.
– Eindigt een stuk-je op één ‘a’, zoals in sa-men of ja? Die ‘a’ klinkt ook als de ‘aa’ van naam.
– Staat er een andere letter achter de ‘a’, zoals in tas en man-nen? Dan klinkt de ‘a’ als de ‘a’ van jas.
Begrijpen, oefenen en doen
Begrijp je de uitleg over de ‘a’? Heel goed! 👍 Dan heb je de eerste stappen gehad. Nu moet je dit gaan oefenen. Doe dat met woorden die je vaak gebruikt. Op die manier wordt de goede ‘a’ een automatisme. In de oefenvideo hieronder vind je oefeningen en tips.