Door mijn 12-jarig jubileum dacht ik terug aan hoe het ooit begon… de tijd dat ik, lang geleden, als logopedist/akoepedist op de afdeling Audiologie werkte van het – toen nog – Rotterdamse Dijkzigtziekenhuis.Ik nam daar onder andere testen voor spraakverstaan af. Tijdens zo’n spraaktest zegt de patiënt woorden op verschillende geluidsniveaus na. Ik telde dan de goed nagezegde klanken. Er kwamen veel patiënten met een andere moedertaal dan het Nederlands en ik vroeg me bij het scoren vaak af of iemand de klanken
a. niet goed hoorde,
b. niet kende in zijn moedertaal of
c. in het Nederlands niet goed kon uitspreken.
En dat was hoe mijn interesse voor de uitspraak van anderstaligen steeds groter werd! Ik ging toegepaste taalwetenschap studeren en leerde onder andere herkennen welke klankfouten worden gemaakt onder invloed van de moedertaal en welke niet.
Kennis van de moedertaal van cursisten kan je helpen om te bepalen of iemand uitspraakfouten maakt die bij de moedertaal horen, of dat er misschien meer aan de hand is. Zoals slechthorendheid bijvoorbeeld…Begin deze maand was het ‘World Hearing Day’.
Onderzoekers maakten bekend dat ruim 7% van de Nederlanders een gehoorverlies heeft dat groter is dan 35 decibel. Dat betekent dat ze normale gesprekken niet meer goed kunnen verstaan. In elke klas van 12 cursisten zit dus gemiddeld één slechthorende. Daarom 5 tips voor NT2-docenten én NT2-cursisten:
Tips voor de NT2-docent:
- Vraag de cursist bij de intake naar gehoorproblemen.
- Zorg dat je mond goed zichtbaar is:
Praat met je gezicht naar de cursisten toe, bedek je mond niet met bijvoorbeeld je hand, gezichtsbeharing of een mondkapje (gebruik een doorzichtig mondkapje of een spatscherm) en zorg dat er veel licht op je gezicht valt. - Praat rustig en duidelijk.
- Visualiseer zoveel mogelijk: schrijf bijvoorbeeld nieuwe woorden en opdrachten op het bord.
- Controleer regelmatig of een opdracht duidelijk is.
- Vertel je docent dat je slechter hoort.
- Zorg dat je de docent goed kunt zien: kies een plaats voor in de klas. Hoor je met één oor beter? Ga dan met dat oor naar de docent toe zitten.
- Gebruik een koptelefoon of oortjes als je op de computer oefent, ook thuis.
- Blijft het luisteren in de klas lastig? Vraag dan eens bij een audicien of er extra ondersteuning mogelijk is, zoals een microfoon voor de docent.
- Controleer regelmatig of je de (huiswerk)opdrachten goed begrepen hebt.
Ga naar de huisarts of doe een online gehoortest.